Geen Calimero-gemeente meer
In het hart van het centrum van Lelystad spreken wij Jop Fackeldey: wethouder van onder andere economische zaken en locoburgemeester van de stad.
We zitten op zijn kantoor met aan de ene kant de Raadzaal, de werkplaats van de democratie en aan de andere kant het geheel vernieuwde Stadhuisplein. Deze vernieuwing is het resultaat van samenwerking en directe inspraak van de hele stad. Een belangrijk thema in de visie van wethouder Fackeldey.
“Als je mij vraagt wat mijn droom voor Lelystad is, kan ik je natuurlijk vervelen met algemene uitspraken, maar eigenlijk wil ik maar één ding: dat iedereen over een paar jaar over onze stad denkt als die moderne stad met al die mooie ontwikkelingen, gedragen door zoveel mensen.
Want een mooie stad maak je niet alleen en dat maak je ook niet alleen als gemeentebestuur. We moeten het met 76.000 mensen samen doen.
We zijn al lang geen Calimero-gemeente meer. Ik zie nu al een zelfbewuste stad, waar mensen kansen zien, kansen aangrijpen en aan de slag gaan.
Lelystad staat voor ruimte en dan bedoel ik niet alleen de fysieke ruimte, maar ook de ruimte in je hoofd: ruimte om verder te kijken dan je eigen achtertuin en ruimte om te innoveren. Ruimte om het cynisme van je af te schudden en gewoon te doen wat je wilt doen om de stad beter te maken.
Mensen om je heen verzamelen en aan de slag te gaan.
Ik zie dit soort initiatieven steeds meer. Betrokken inwoners die krachten weten te bundelen kunnen in korte tijd veel meer voor elkaar krijgt dan wanneer het door de soms nog best logge politieke besluitvorming moet. En dan kunnen we als gemeente deze initiatieven ondersteunen.
En natuurlijk gaat het dan vaak om relatief kleine initiatieven, zoals het opknappen van een straat of het beginnen van een klein festival, maar wanneer we deze kleine initiatieven de ruimte geven en met elkaar verbinden ontstaat wat ik graag wil: een bruisende en initiatiefrijke gemeenschap.
Het is waar dat we de tijd niet mee hebben als het gaat om financiële ruimte en als gemeente hebben we vaak ook gewoon landelijk beleid uit te voeren dat mensen echt raakt, maar misschien juist dan ontstaan ontwikkelingen op basis van creativiteit en innovatie. Dan willen wij als gemeente ondersteunen waar we kunnen. Soms is die ondersteuning ook gewoon het verbinden van partijen.
Het gaat, nu en in de toekomst, om attitude. Hoe kijken we tegen dingen aan? En zijn we in staat om gemotiveerd en daadkrachtig samen te werken? Hierbij speelt het onderwijs een belangrijke rol. Onderwijs bepaalt immers hoe onze toekomst eruit ziet.
Het probleem van onderwijs is dat het doorgaans achterloopt op de innovatie die in het bedrijfsleven plaatsvindt. Ik zie daarvoor twee oplossingen:
Ten eerste kan het bedrijfsleven een deel van die kloof dichten door meer invloed uit te oefenen op het onderwijs. Te komen vertellen wat er speelt en te investeren in de vakbekwame en gemotiveerde medewerkers van de toekomst. Natuurlijk is dit een investering voor de lange termijn, maar de meeste ondernemers zien wel dat dit nodig is. Er zijn nu al veel klachten over hoe moeilijk het is om goede, vakbekwame en gemotiveerde werknemers te vinden. Dit is volgens mij de manier om hier iets aan te doen: werk samen met het onderwijs.
Ten tweede zal innovatie toch altijd te snel gaan en gaat het vooral om leren hoe je met deze veranderingen omgaat. Vroeger zocht ik nog dingen op in een encyclopedie. Nu kennen we het werkwoord Googelen en gaat het erom dat je kunt inschatten wat waar is en wat niet.
Wat mij betreft gaat het voor de toekomst om het aanleren van aanpassend vermogen, durven te experimenteren en vooral nieuwsgierig zijn.
Nieuwsgierigheid zie ik als misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor vooruitgang. De drang om dingen te willen begrijpen en altijd op zoek te gaan naar mogelijkheden om iets nog beter te doen.
Nieuwsgierigheid is iets wat ieder kind heeft, maar wat misschien nog wel eens afgeleerd wordt. Als je echter gestimuleerd wordt om nieuwsgierig te zijn, omdat je uitgedaagd wordt, fouten mag maken en deze nieuwsgierigheid beloond wordt, ziet de toekomst er meteen veel beter uit.
Wanneer het onderwijs in staat is om samen met het bedrijfsleven en andere organisaties in de omgeving vakbekwame, gemotiveerde en vooral nieuwsgierige jonge mensen op te leiden zetten we een belangrijke stap in de richting van een mooie toekomst.”
OndernemersPolitiek